Energiezuinige installatie
Ongeveer de helft van het energieverbruik in een woning gaat naar verwarming. Warmteverlies beperkt u vooral door goed te isoleren. De resterende warmtevraag wekt u op met een energiezuinige installatie, die bij voorkeur geen gebruik maakt van fossiele brandstoffen (aardgas of stookolie).
Wordt de woning volledig verwarmd door een warmtepomp? Dan beschikt uw woning reeds over een energiezuinige installatie en voldoet ze aan de energiedoelstelling 2050. Een installatie op fossiele brandstoffen (aardgas of stookolie) wordt op termijn afgeraden. Vlaanderen bouwt mee aan een klimaatneutraal Europa tegen 2050.
Terwijl de meeste verwarmingssystemen volledig op (fossiele) brandstof of elektriciteit draaien, haalt een warmtepomp een groot deel van haar energie uit de bodem, het water of de lucht en geeft deze als warmte af in de woning. Het is ideaal voor een goed geïsoleerde woning met vloer- of muurverwarming.
Bij oude niet condenserende ketels gaat de warmte in de rookgassen verloren door de schoorsteen. Bij een condenserende ketel worden deze gerecupereerd en ook gebruikt om de woning te verwarmen. Hierdoor is het rendement van een condensatieketels 10% hoger dan een lage temperatuurketel.
Een alternatief voor een energiezuinige verwarmingsinstallatie is een aansluiting op een efficiënt warmtenet. Bij een warmtenet wordt de (rest)warmte van een centraal verwarmingssysteem getransporteerd en gebruikt voor de verwarming.
Voor meer informatie over uw verwarmingsinstallatie kunt u terecht bij een installateur, architect, EPB-verslaggever of energiedeskundige. Als een EPC voor de woning is opgemaakt, vindt u informatie over de energiezuinigheid van de installaties voor verwarming en de opwekking van sanitair warm water terug in het EPC of in de woningpas.