Woningkwaliteitswijzer overzicht

De leef- of woonkamer

Vereiste minimale woningkwaliteit

Een comfortabele woonkamer

Een hedendaagse woonkamer moet verwarmd kunnen worden. De woonkamer beschikt over ramen zodat er voldoende daglicht binnen kan en de woonkamer verlucht kan worden. De woonkamer kan ook elektrisch worden verlicht. En tenslotte beschikt de woonkamer over tenminste één stopcontact.

Voldoende stopcontacten in de leefruimte

Te beoordelen elementen

Er moet minstens één stopcontact aanwezig zijn in de leefkamer.

Kookt u of slaapt u in de woonkamer? Dan heeft u telkens twee stopcontacten nodig in de woonkamer. De stopcontacten moeten geplaatst worden op een bereikbare plaats (niet achter een meubel bijvoorbeeld) en zodanig verdeeld zijn over de leefkamer dat ze gemakkelijk gebruikt kunnen worden.

Opgelet!

Voor elektrocutie- en brandgevaar, zie: ‘Veilige technische installaties’. 

Quotering gebreken

Bij gebrek aan de nodige stopcontacten wordt telkens een gebrek van categorie I toegekend.

Voldoende lichtpunten in de woonkamer

Te beoordelen elementen

In de leefkamer moet een elektrisch lichtpunt aanwezig zijn. Het lichtpunt moet op een zodanige wijze geplaatst zijn dat het volledige lokaal voldoende verlicht kan worden, zoniet moet er een tweede lichtpunt voorzien worden.

Quotering gebreken

Indien een lichtpunt ontbreekt in een woonlokaal wordt een gebrek van categorie I toegekend. 

Aanwezigheid van een vast verwarmingsapparaat in een leefkamer

Te beoordelen elementen

Iedere woning moet verwarmd kunnen worden. Daartoe is het aangewezen dat alle woonlokalen en sanitaire lokalen verwarmd kunnen worden door vaste toestellen. Minimaal wordt vereist dat in een leefkamer een vast verwarmingsapparaat aanwezig is. Verwarmingstoestellen die in slechte staat verkeren worden als onbestaand beschouwd.

Opgelet!

Voor elektrocutie-, brand- en ontploffingsgevaar, zie: ‘Veilige technische installaties’.

Quotering gebreken

Indien geen vast verwarmingsapparaat in een leefkamer aanwezig is, wordt een gebrek van categorie III toegekend. De woning is dan onbewoonbaar.

In een leefkamer moet een vast verwarmingsapparaat aanwezig zijn.  

Om te voldoen aan deze vereiste is het noodzakelijk dat het vast verwarmingsapparaat: 

  • aanwezig is in een leefkamer (zithoek, eethoek, living); 
  • vast is, hetzij door de plaatsing (bvb. centrale verwarming met een radiator in de zithoek), hetzij door het verwarmingsconcept (bvb. verwarming via het ventilatiesysteem); 
  • functioneert; 
  • geschikt is om de temperatuur in een leefkamer gevoelig te verhogen; 
  • door de bewoner kan geregeld worden (minstens aan/uit regeling).

Natuurlijke verlichting in de leefkamer

Te beoordelen elementen

Licht en uitzicht zijn belangrijk in een hedendaagse leefkamer. Voldoende raamopeningen met een voldoende grote oppervlakte en een goede positie:

  • zorgen voor daglicht overal en goed verspreid in de ruimte;
  • maken visueel contact met de buitenomgeving (uitzicht);
  • laten zon en warmte toe in de leefruimte;
  • maken het mogelijk de woning te verluchten (zie ook 'Een aangenaam binnenklimaat').

In de woon- of leefkamer moet daglicht kunnen binnenvallen. Een ruimte waar geen daglicht kan binnenvallen wordt niet beschouwd als woonkamer.

Om na te gaan of een leefruimte voldoende daglicht binnenkrijgt, moet de totale oppervlakte van het glas van al de ramen (en deuren in glas) in het lokaal minstens gelijk zijn aan 1/12 van de netto-vloeroppervlakte. Dakkoepels en dakvlakramen (o.a. Velux) worden mee in rekening gebracht.

Heeft u in de leefruimte alleen maar dakkoepels, dan is dit onvoldoende, want uitzicht naar buiten is vereist.

Voor dakvlakramen (koepels) en schuine ramen geldt als richtnorm dat de oppervlakte van de volledige opening (dus niet enkel de glasoppervlakte) in rekening wordt gebracht, ongeacht de helling en de hoogte van het dakvlakraam of schuine raam.

Als bijkomende lichtinval kan gebruik gemaakt worden van lichtkokers (of lichttunnels). Er moet dus voldoende lichttoetreding zijn via andere ramen, maar bijkomend kan een lichtkoker in een donkerdere hoek van een ruimte voor extra licht zorgen. 

Quotering gebreken

Indien geen mogelijkheid bestaat tot natuurlijke lichtinval in de woning, wordt een gebrek van categorie III toegekend en is de woning onbewoonbaar. Indien er onvoldoende natuurlijke lichtinval is in de leefruimte of in één of meerdere slaapfuncties wordt telkens een gebrek van categorie I toegekend. 

Glasoppervlakte en de plafondhoogte in relatie tot het maaiveld

Te beoordelen elementen

Indien de woon- of leefkamer (semi-)ondergronds gelegen is, zijn er bepaalde vereisten waaraan de woonkamer moet voldoen om voldoende daglicht binnen te laten in de woning. Zo moet er zich een minimale oppervlakte aan glas (1m2) boven het maaiveld of het grondniveau bevinden en mag het plafond van de woonkamer niet minder dan 1m daarboven liggen. Ondergrondse lokalen worden beter niet als woonkamer gebruikt indien ze te weinig daglicht toelaten of onvoldoende verlucht kunnen worden.

Quotering gebreken

Indien de totale glasoppervlakte (alle verticale en schuine glasoppervlakten samen) boven het maaiveld of grondniveau minder dan 1 m2 bedraagt, wordt een gebrek van categorie II toegekend en is de woning ongeschikt. Die 1 m2 doelt niet op elk raam afzonderlijk, maar op de totale glasoppervlakte die in de woning wordt aangetroffen. 

Indien het plafond in de woonlokalen op minder dan 1m boven het maaiveld ligt wordt (nog eens extra) een gebrek van categorie I toegekend. 

Een aangenaam binnenklimaat in de woonkamer

De mogelijkheid tot verluchten is verplicht in het kader van het woningkwaliteitsonderzoek. De woonkamer moet minstens kunnen verlucht worden.

Wilt u nagaan of elke ruimte voldoende verlucht kan worden moet u eerst weten wanneer we van 1 of meerdere ruimtes spreken. Indien de opening tussen twee lokalen breder is dan 1m50 en niet afgesloten kan worden met een deur, dan is dit één lokaal. Bij openingen smaller dan 1m50 betreft het 2 lokalen, zelfs indien geen deur voorzien is.

Verluchten doet u niet via buitendeuren (de inkomdeuren van de woning), tenzij de buitendeuren voorzien zijn van een opengaand raamdeel dat veilig kan openstaan: niemand raakt bij het slot van de deur via bijvoorbeeld het kantelend gedeelte.

Verouderde ramen die niet meer veilig geopend kunnen worden, geven ook aanleiding tot een quotatie onder deze rubriek (naast de rubriek ‘Functionele ramen en deuren’).

Bij koepels moet extra aandacht besteed worden aan de bruikbaarheid en bereikbaarheid ervan. Een koepel is bruikbaar als alle voorzieningen aanwezig zijn om de koepel te kunnen openen en sluiten (bedieningsstang, sluitwerk, elektrische bediening, ...).

Er mag geen indicatie van gevaar op CO-vergiftiging aanwezig zijn.

Verluchting van de leefkamer

Te beoordelen elementen

De leefkamer moet tenminste over opengaande ramen beschikken zodat de vervuilde binnenlucht kan worden afgevoerd en de (minder vervuilde) buitenlucht kan binnenstromen. Bij gebrek aan opengaande ramen moeten er ventilatieroosters (bv. een rooster over de volledige breedte van het raam) aanwezig zijn of moet de woning over een ventilatiesysteem (type A, B, C of D – zie onder ‘gezonde luchtkwaliteit’) beschikken waarvan de leefkamer deel uitmaakt.

Opgelet!

Indien de leefkamer onvoldoende verlucht wordt, is er gevaar voor CO-vergiftiging wanneer verwarmingsgassen vrijkomen ('Een aangenaam binnenklimaat').

Quotering gebreken

Indien een leefkamer onvoldoende verlucht kan worden, wordt een gebrek van categorie I toegekend. Indien zowel de leefkamer(s) als de slaapkamer(s) onvoldoende verlucht kunnen worden, wordt een gebrek van categorie II toegekend en is de woning ongeschikt. Indien de woning in het geheel niet verlucht kan worden, wordt een gebrek van categorie III toegekend en is de woning onbewoonbaar.

Bij indicaties van een risico op CO-vergiftiging wordt een gebrek van categorie II toegekend (ongeschikt) of een gebrek van categorie III ( onbewoonbaar) wanneer het gevaar direct is. 

Indicatie CO-vergiftiging

Te beoordelen elementen

Koolstofmonoxide (CO) veroorzaakt in België jaarlijks duizenden ongevallen, waarvan een honderdtal met dodelijke afloop. In België en Frankrijk is CO de meest voorkomende oorzaak van dodelijke ongevallen door vergiftiging. De meeste CO-vergiftigingen zijn te wijten aan ongevallen met gebrekkige of slecht geplaatste verbrandingstoestellen.

CO is een kleurloos, reukloos, smaakloos en niet-irriterend gas dat normaal gezien vrijkomt bij elke (onvolledige) verbranding van hout, kolen, gas, stookolie (mazout), enz. Van zodra CO vrij komt verspreidt het zich snel over de hele ruimte.

CO is bovendien explosief en brandbaar. Maak dus geen vonken in een ruimte waar mogelijk CO aanwezig is.

Quotering gebreken

Bij indicaties van een risico op CO-vergiftiging wordt een gebrek van categorie II toegekend (ongeschikt), ongeacht het aantal indicaties. Wanneer er een direct gevaar op CO-vergiftiging aanwezig is, wordt een gebrek van categorie III (onbewoonbaar) toegekend.