Algemene informatie
Elk huis moet brandveilig zijn. Als er brand is, moet het zo lang mogelijk weerstand kunnen bieden. De brandweer moet alle delen van het huis snel en gemakkelijk kunnen bereiken.
Zorg voor rookmelders in uw woning. Spreek een vluchtroute af met uw medebewoners. Hoort u het rookalarm gaan? Ga zo snel mogelijk naar buiten.
Wanneer is een gebouw brandveilig? Als het aan deze eisen voldoet:
- het gebouw is goed bereikbaar voor brandweerwagens;
- de vloeren, balken, de trappen en het dak zijn voldoende bestand tegen brand;
- de wanden, vloeren en plafond zijn degelijk afgewerkt (zie: 'Degelijke afwerking van wanden, plafonds en vloeren');
- er is een muur tussen het gebouw en andere aanpalende gebouwen (bv. een gemeenschappelijke keuken, garage, stookplaats, ...);
- zijn er meerdere compartimenten in het gebouw? Dan zijn er branddeuren die automatisch sluiten tussen de compartimenten;
- er zijn voldoende én veilige evacuatiewegen;
- de evacuatiewegen moeten duidelijk aangeduid zijn;
- ze moeten goed verspreid zijn over het gebouw;
- ze moeten breed genoeg zijn;
- er moet een buitentrap of een ladder zijn als de woning op een verdieping ligt;
- de evacuatiewegen moeten altijd vrij zijn. Niets mag hinderen bij evacuatie (bv. kasten, fietsen in de gangen, ...);
- een rookluik kan het gemeenschappelijk trappenhuis verluchten;
- in het gebouw worden geen ontvlambare producten of brandbare materialen opgeslagen (ook liever geen butaan- of propaanflessen); zie ‘Ontploffings- en brandgevaar vermijden’ bij 'Veilige technische installaties';
- het gebouw wordt goed onderhouden; de technische installaties worden regelmatig gekeurd; zie ook ‘Veilige technische installaties'.