Te beoordelen elementen
De
Quotering gebreken
Indien de lavabo gebreken vertoont of ontbreekt, wordt een gebrek van categorie I toegekend (tenzij een gootsteen aanwezig is).
Bij de beoordeling van de badkamer en/of douchecel wordt gekeken:
De sanitaire functies worden als niet aanwezig beschouwd wanneer ze in een lokaal zijn ondergebracht met een plafondhoogte van minder dan 1m80. Niet-functionerende installaties en installaties niet uitgevoerd volgens de regels van de kunst worden eveneens als onbestaande beschouwd.
Een bad, douche en lavabo, moeten aangesloten zijn op een afvoerleiding en riolering in goede staat. Een gebrek aan een gezamenlijke afvoerleiding, kan leiden tot het quoteren van alle toestellen die aan deze gebrekkige afvoerleiding gekoppeld zijn. Bij zeer zware gebreken (bv. een gebroken hoofdafvoerleiding of -riolering waardoor een normaal gebruik van de toestellen niet meer mogelijk is) worden de toestellen die erop aangesloten zijn als niet aanwezig beoordeeld.
In een hedendaagse woning moet de badkamer verwarmd kunnen worden. De badkamer moet ook elektrisch verlicht kunnen worden.
De
Indien de lavabo gebreken vertoont of ontbreekt, wordt een gebrek van categorie I toegekend (tenzij een gootsteen aanwezig is).
Er wordt bij de beoordeling van het bad geen onderscheid gemaakt tussen een lig-, zit- of stortbad. Het bad - uit welk materiaal ook maar stevig geplaatst - is voorzien van aanvoer van koud en warm water en via een
Indien bad of douche gebreken vertonen wordt een gebrek van categorie II (ongeschiktheid) toegekend. Het ontbreken van een badfunctie in de woning leidt tot een quotering in categorie III (onbewoonbaarheid).
De badfunctie moet zich binnen de woning bevinden, in een ruimte die voldoende geïsoleerd is zodat het bad het ganse jaar door - en dus ook in de winter - bruikbaar is. ‘Binnen de woning’ houdt in dat het lokaal met de badfunctie bereikbaar is via interne doorgangen in de woning/het gebouw en niet via de buitenomgeving.
Voorbeeld: de opstelling van een douche in een ‘kot’ achteraan de woning, dat slechts met een kunststof golfplaat afgedekt is, voldoet niet aan de gestelde eisen omdat die niet verwarmbaar/vorstvrij is.
Een ingesloten badkamer - een badkamer volledig omringd door andere (verwarmde) lokalen - wordt als vorstvrij beschouwd. Er hoeft dus niet noodzakelijk (bij-)verwarming te kunnen worden aangesloten al is dat wel aangewezen.
Een niet verwarmbare of vorstgevoelige badkamer wordt gequoteerd met een gebrek van categorie I.
In de badkamer moet een elektrisch lichtpunt aanwezig zijn. Het lichtpunt moet op een zodanige wijze geplaatst zijn dat het volledige lokaal voldoende verlicht kan worden, zo niet moet er een tweede lichtpunt voorzien worden.
In badkamers en stortbaden moet het geplaatste elektrische materiaal (stopcontacten, verlichting, toestellen, ...) bovendien aan speciale voorwaarden voldoen om elektrocutie te vermijden. Door te lichte bedradingen kan ook brandgevaar optreden (zie ook ’Veilige technische installaties’).
Indien een lichtpunt ontbreekt in de badkamer wordt een gebrek van categorie I toegekend.
De mogelijkheid tot verluchten is verplicht in het kader van het woningkwaliteitsonderzoek. De bad- of doucheruimte moet minstens kunnen verlucht worden.
Wilt u nagaan of elke ruimte voldoende verlucht kan worden moet u eerst weten wanneer we van 1 of meerdere ruimtes spreken. Indien de opening tussen twee lokalen breder is dan 1m50 en niet afgesloten kan worden met een deur, dan is dit één lokaal. Bij openingen kleiner dan 1m50 betreft het twee lokalen, zelfs indien geen deur voorzien is.
Verluchten doet u niet via buitendeuren (de inkomdeuren van de woning), tenzij de buitendeuren voorzien zijn van een opengaand raamdeel dat veilig kan openstaan: niemand raakt bij het slot van de deur via bijvoorbeeld het kantelend gedeelte.
Verouderde ramen die niet veilig meer geopend kunnen worden geven ook aanleiding tot een quotering onder deze rubriek (en ook onder de rubriek ‘Functionele ramen en deuren’).
Bij koepels moet extra aandacht besteed worden aan de bruikbaarheid en bereikbaarheid ervan. Een koepel is bruikbaar als alle voorzieningen aanwezig zijn om de koepel te kunnen openen en sluiten (bedieningsstang, sluitwerk, elektrische bediening, ...).
Er mag geen indicatie op gevaar van CO-vergiftiging aanwezig zijn.
De badkamer moet tenminste over opengaande ramen of deuren beschikken zodat de vervuilde binnenlucht kan worden afgevoerd en de (minder vervuilde) buitenlucht kan binnenstromen. Bij gebrek aan opengaande ramen moeten er in de badkamer
Voor een open badkamer bijvoorbeeld geïntegreerd in de slaapkamer wordt geen extra verluchting vereist. Het is voldoende dat de slaapkamer op zich verlucht kan worden. Bevindt het bad of de douche zich in een apart lokaal, dan moet dit lokaal voldoende verlucht kunnen worden.
Indien de badkamer onvoldoende verlucht wordt, is er gevaar voor CO-vergiftiging wanneer verbrandingsgassen vrijkomen.
Indien de badkamer onvoldoende verlucht kan worden, wordt een gebrek van categorie I toegekend. Indien de woning in het geheel niet verlucht kan worden, wordt een gebrek van categorie III toegekend en is de woning onbewoonbaar.
Bij indicaties van een risico op CO-vergiftiging wordt een gebrek van categorie II toegekend (ongeschikt) of een gebrek van categorie III (onbewoonbaar) wanneer het gevaar direct is.
Verse lucht aangevoerd via
Koolstofmonoxide (CO) veroorzaakt in België jaarlijks duizenden ongevallen, waarvan een honderdtal met dodelijke afloop. In België en Frankrijk is CO de meest voorkomende oorzaak van dodelijke ongevallen door vergiftiging. De meeste CO-vergiftigingen (zie 'Een aangenaam binnenklimaat') zijn te wijten aan ongevallen met gebrekkige of slecht geplaatste verbrandingstoestellen.
CO is een kleurloos, reukloos, smaakloos en niet-irriterend gas dat normaal gezien vrijkomt bij elke (onvolledige) verbranding van hout, kolen, gas, stookolie (mazout), enz... Van zodra CO vrijkomt, verspreidt het zich snel over de hele ruimte.
CO is bovendien explosief en brandbaar. Maak dus geen vonken in een ruimte waar mogelijk CO aanwezig is.
Bij indicaties van een risico op CO-vergiftiging wordt een gebrek van categorie II toegekend (ongeschikt), ongeacht het aantal indicaties. Wanneer er een direct gevaar op CO-vergiftiging aanwezig is, wordt een gebrek van categorie III (onbewoonbaar) toegekend.
Indien van toepassing kunnen bijkomend strafpunten gegeven worden voor onvoldoende verluchting (zie 'Een aangenaam binnenklimaat'). Indien er een risico op brand of op ontploffing (zie 'Een brandveilige woning') bestaat kan de woning ook onbewoonbaar worden verklaard.