Een vochtvrije woning

Vermijden van condenserend vocht

Waar gaat het over? 

Oppervlaktecondensatie

Wanneer waterdamp zich tegen koude muren omzet naar water, spreken we van oppervlaktecondensatie. Als gevolg daarvan kan ook schimmel ontstaan. Oppervlaktecondensatie op waterdichte materialen, zoals glas of faience, kan opdrogen zonder schade te veroorzaken en stelt geen probleem voor de woningkwaliteit.

Waarnemingen die op oppervlaktecondensatie kunnen wijzen, zijn o.a.:

  • schimmelgroei;
  • nat, losgekomen behangpapier;
  • schade aan pleisterwerk.

Deze doen zich voornamelijk voor:

  • op koudebruggen;
  • in hoeken van kamers (hoek tussen plafond en muur, ...), aan zijkanten van ramen;
  • in slecht verluchte en/of onvoldoende verwarmde plaatsen (achter kasten, achter gordijnen, enz.);
  • op onvoldoende geïsoleerde plafonds of wanden.

Oppervlaktecondensatie komt vooral voor op de binnenzijde van buitenmuren op het noorden en het oosten en in koude lokalen of lokalen waar veel vocht wordt geproduceerd zoals in badkamers en keukens. Op binnenmuren of -vloeren kan oppervlaktecondensatie zich voordoen wanneer de muur of vloer grenst aan een onverwarmd lokaal zoals een kelder of garage. Verwar oppervlaktecondensatie niet met bouwvocht.

Inwendige condensatie

Bij inwendige condensatie condenseert waterdamp niet op maar in de constructie (het dak, de muur, de vloer, ...).

Deze vorm van condensatie is niet direct zichtbaar, maar eens de schade aan het licht komt is die ook meestal zeer groot, omdat de stabiliteit van de constructie ondertussen werd aangetast.

Veelal gaat het hier om daken, hoofdzakelijk platte daken van het zogenaamde koude type. Dit zijn daken die foutief opgebouwd zijn, waarbij de open ruimte tussen de thermische isolatie en de dakbedekking wordt geventileerd met koudere buitenlucht.

Waar in de woning komt oppervlaktecondensatie meestal voor?

  • Op de binnenkant van (niet geïsoleerde) buitenmuren en plafonds onder (niet of slecht geïsoleerde) daken.
  • Op binnenwanden tussen een verwarmd en een niet verwarmd lokaal.

Hoe verhelpen en door wie?

Condensatieproblemen in uw woning? Dan moet u misschien (extra) isoleren of de aanvoer van koude lucht wegnemen door bijvoorbeeld te verwarmen. Ook ventileren helpt om vochtige lucht af te voeren (zie ook 'Een aangenaam binnenklimaat'). Een expert, een architect of aannemer, kan u advies geven om het vochtprobleem te verhelpen.

Wat kunt u doen om het te voorkomen?

(Oppervlakte)condensatie in uw woning? Dan moet u misschien de oppervlaktetemperatuur van de wanden verhogen door isolatie te plaatsen in combinatie met extra verwarming. Of u kunt het vochtgehalte van de lucht verlagen door ventilatie of vermindering van de vochtproductie.

Meer informatie

Raadpleeg het Technisch handboek woningkwaliteit. Technische richtlijnen voor een woningkwaliteitsonderzoek van de Vlaamse Overheid.