Woningkwaliteit - Energiezuinige installaties en groene energie

Waar gaat het over?

Ongeveer de helft van het energieverbruik in een woning gaat naar verwarming. Warmteverlies beperkt u vooral door goed te isoleren. De resterende warmtevraag wekt u op met een energiezuinige installatie.

Wordt de woning volledig verwarmd door een warmtepomp of condenserende ketel? Dan beschikt uw woning reeds over een energiezuinige installatie en voldoet ze aan de energiedoelstelling 2050.

Terwijl de meeste verwarmingssystemen volledig op (fossiele) brandstof of elektriciteit draaien, haalt een warmtepomp een groot deel van haar energie uit de bodem, het water of de lucht en geeft deze als warmte af in de woning. Het is ideaal voor een goed geïsoleerde woning met vloer- of muurverwarming.

Bij oude niet condenserende ketels gaat de warmte in de rookgassen verloren door de schoorsteen. Bij een condenserende ketel worden deze gerecupereerd en ook gebruikt om de woning te verwarmen. Hierdoor is het rendement van een condensatieketels 10% hoger dan een lage temperatuurketel.

Andere maar minder voorkomende energiezuinige verwarmingsinstallaties zijn een micro-water-krachtkoppeling of een aansluiting op een efficiënt warmtenet.

Een micro-warmte-krachtinstallatie produceert centraal naast warmte voor verwarming ook elektriciteit en is vooral interessant voor appartementsgebouwen, co-housing … . Bij een warmtenet wordt de (rest)warmte van een centraal verwarmingssysteem getransporteerd en gebruikt voor de verwarming.

Voor meer informatie over uw verwarmingsinstallatie kunt u terecht bij een installateur, architect, EPB-verslaggever of energiedeskundige. Als een EPC voor de woning is opgemaakt, vindt u informatie over de energiezuinigheid van de installaties voor verwarming en de opwekking van sanitair warm water terug in het EPC of in de woningpas.

Hoe verhelpen en door wie?

Oudere verwarmingstoestellen vervangt u best meteen door energiezuinige, goed gedimensioneerde en centrale toestellen met een zo hoog mogelijk rendement zoals een condensatieketel, warmtepomp, … .

Als de woning reeds goed geïsoleerd is en beschikt over vloer- of wandverwarming of voldoende grote radiatoren, kunt u meteen kiezen voor een warmtepomp. U kiest dan voor een warmtepomp met een seizoensprestatiefactor (SPF) van 4 of hoger.

Om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken, kunt u de combinatie van een condenserende ketel met een zonneboilerinstallatie met zonnecollectoren of de koppeling van een condenserende ketel aan een warmtepomp (= hybride warmtepomp) overwegen.

Als in uw stad of gemeente al warmtenetten beschikbaar zijn, informeer naar de mogelijkheid om hierop aan te sluiten of al de nodige aansluitvoorzieningen te voorzien. Ook een micro-warmte-krachtkoppeling, waarbij zowel elektriciteit als warmte wordt opgewekt, kan voor appartementsgebouwen, cohousing een energiezuinig alternatief zijn.

Kies tevens voor radiatoren en convectoren op lage temperatuur (water van 30 tot 40°), vloer- of wandverwarming … . Deze vragen minder hoge keteltemperaturen en zijn onontbeerlijk voor een energie-efficiënte installatie. Radiatoren op lage temperatuur zien er hetzelfde uit als gewone radiatoren maar zijn doordat ze gevoed worden met water van een lager temperatuur groter.

Voorzie ook een goede temperatuurregeling. Dit kan door het plaatsen van een buitenvoeler waardoor de temperatuur van de ketel automatisch wordt aangepast aan de weersomstandigheden of een temperatuurregeling per ruimte (bijvoorbeeld een programmeerbare kamerthermostaat met tijdsinstelling in combinatie met thermostatische kranen).

Leg de verwarmingsleidingen zo veel mogelijk binnenin uw woning. Isoleer de leidingen in onverwarmde ruimten, zo verliest het opgewarmde water niet teveel warmte vooraleer het door de radiatoren stroomt.

Een circulatiepomp stuurt het warme water rond. Plaats een regelbare circulatiepomp, die automatisch uitschakelt als er geen warmtevraag is. Dat is veel efficiënter dan een oudere, niet-regelbare versie die continu draait.

Voor meer informatie over de energiezuinigheid van uw installatie kunt u een installateur raadplegen. Laat voor de correcte dimensionering van uw verwarmingssysteem een warmteverliesberekening maken. Breng de installateur op de hoogte van toekomstige renovatiewerken zodat de invloed op het vermogen van uw verwarmingsinstallatie in rekening wordt gebracht.