Woningkwaliteitswijzer overzicht

Voldoende netto-vloeroppervlakte en afgestemde woningbezetting

Vereiste minimale woningkwaliteit

Minimale netto-vloeroppervlakte

Te beoordelen elementen

Voor de netto-vloeroppervlakte berekent men de oppervlakte van de woonlokalen, voor zover ze groter zijn dan 4 m2 en hoger dan 2m20. Deze hoogte wordt gemeten tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer en het plafond van het betreffend lokaal. Onder woonlokalen wordt verstaan de lokalen met leef-, kook- en/of slaapfunctie.

Een leefruimte van minstens 8 m2 met open keuken geldt als twee woonlokalen. Onder open keuken wordt verstaan: de enige kookruimte van de woning die geïntegreerd is in de leefruimte. Om van een kookruimte te spreken moet er een kooktoestel op gas of elektriciteit geplaatst kunnen worden.

Bijvoorbeeld: een kleine keuken (open of gesloten) met een oppervlakte van 3 m2 wordt niet in beschouwing genomen bij de oppervlakteberekening. De ruimte wordt wel aanvaard als keuken, voor zover zij technisch voldoet aan de normen (zie gootsteen en kookmogelijkheid, stopcontacten en lichtpunten bij 'Een comfortabele woning').

Voor hellende plafonds geldt een speciale regeling: de vloeroppervlakte wordt in rekening gebracht vanaf een hoogte van 1m80 op voorwaarde dat er in het lokaal een vrije hoogte van min. 2m20 bereikt wordt. 

Bij ruimten waar een mezzanine voorzien is, wordt de hoogte doorgerekend tot het plafond, zonder rekening te houden met de mezzanine. Enkel wanneer de hoogte boven en onder de mezzanine minimum 2m20 bedraagt, wordt de oppervlakte tweemaal gerekend.

Met de volgende lokalen wordt dus geen rekening gehouden voor de berekening van de netto-vloeroppervlakte:

  • lokalen zonder woonfunctie (badkamer, wc, gangen, berging, garage, zolder ... );
  • lokalen waarvan de in aanmerking te nemen netto-vloeroppervlakte kleiner is dan 4 m2;
  • lokalen die nergens een plafondhoogte bereiken van minstens 2m20.

De netto-vloeroppervlakte wordt gemeten tussen de muren, zonder de constructiedikte van de wanden en zonder rekening te houden met de plinten. Worden niet meegerekend: muren, schouwen, kolommen, leidingkokers ... Worden wel meegerekend: ruimte ingenomen door inbouwkasten (eventueel als scheidingswand gebruikt en mits 2m20 hoog), keukenkasten, radiatoren ...

Er is een uitzonderingsbepaling op de minimale oppervlaktenorm van 18 m2 voor kleine woningen (bv. studio’s) die al gebouwd of vergund waren op 1 oktober 2016. In dat geval wordt de nettovloeroppervlakte van een afzonderlijke bad- of doucheruimte, met een maximum van 3 m2, opgeteld bij de totale netto-vloeroppervlakte van de woonlokalen. 

Opgelet!

De oppervlakte van de badkamer tot een maximum van 3 m2 wordt enkel bijgeteld wanneer de studio een nettovloeroppervlakte heeft die ligt tussen 15 en 18 m2. De regel dat enkel rekening wordt gehouden met woonlokalen tot 4 m2 geldt in deze specifieke situatie niet. Dus ook badkamers met een nettovloeroppervlakte van bv. 2,50 m2 worden bijgeteld.

Bovendien mag men sinds 1 oktober 2016:

  • 2 m2 extra rekenen indien een wandmeubel met opklapbaar bed of hoogslaper wordt geïnstalleerd:
    • voor alle zelfstandige woningen en kamers gebouwd of vergund vóór 1/10/2016;
    • voorwaarde voor hoogslapers: vrije hoogte van 1m80 onder de hoogslaper en 1 m boven de hoogslaper;
  • de oppervlakte van de badkamer meetellen voor max. 3 m2 voor alle zelfstandige woningen en kamers gebouwd of vergund vóór 1 oktober 2016.

Lees meer in het Technisch handboek woningkwaliteit. Technische richtlijnen voor een woningkwaliteitsonderzoek van de Vlaamse Overheid.

Quotering gebreken

Indien de totale nettovloeroppervlakte van alle woonlokalen samen (leef-, slaap- en kookruimtes) kleiner is dan 18 m2 wordt een gebrek van categorie II toegekend en is de woning ongeschikt.

De juiste woningbezetting

Te beoordelen elementen

De bezettingsnorm bepaalt het maximum aantal toegelaten bewoners van de woning.

De bezettingsnorm wordt berekend op basis van de oppervlakteberekening van de woonlokalen. De woonlokalen komen in aanmerking zover ze minimum 4m2 groot zijn en een hoogte van minimum 2m20 bereiken. Deze hoogte wordt gemeten tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer en het plafond van het betreffend lokaal. Onder woonlokalen wordt verstaan de lokalen met een leef- , kook- of slaapfunctie.

Indien de doorgang tussen twee lokalen - in geval er geen deur tussen de ruimtes voorzien werd - groter is dan 1m50, geldt deze ruimte als één lokaal. Indien de doorgang echter kleiner is dan 1m50 – met of zonder deur - wordt dit steeds beoordeeld als twee lokalen.

De tabel aan de hand waarvan u zelf de berekening voor uw woning kan maken, vindt u onder het tabblad 'Aan de slag'.

Voorbeelden voor de berekening van de bezettingsnorm vindt u in het Technisch handboek woningkwaliteit, Technische richtlijnen voor een woningkwaliteitsonderzoek van de Vlaamse Overheid.

Quotering gebreken

Uit deze berekening wordt de bezettingsnorm van de woning bepaald. Er volgt geen quotering. Uit de tabellen wordt het kleinste bekomen bewonersaantal genomen als definitieve bezettingsnorm van de woning. Wanneer de woningbezetting groter is dan de bezettingsnorm betekent dit niet automatisch dat de woning overbewoond is. Van overbewoning is sprake wanneer de aanwezigheid van een te groot aantal personen in de woning rechtstreeks aanleiding geeft tot een veiligheids- of gezondheidsrisico, of wanneer dit leidt tot mensonwaardige omstandigheden.