Woningkwaliteitswijzer overzicht

Een energiezuinige woning

Vereiste minimale woningkwaliteit

Raadpleeg de Handleiding bij de Technische verslagen: Technisch handboek woningkwaliteit.

De dakisolatienorm

Te beoordelen elementen

Dakisolatie moet een minimale  R-waarde van 0,75 m²K/W of een minimale dikte van 3 à 4 cm hebben. De dikte verschilt naargelang het isolatiemateriaal dat wordt gebruikt.

Als isolatiemateriaal worden beschouwd: alle materialen die een lambdawaarde hebben van hoogstens 0,10 W/mK. Een geïsoleerde zoldervloer van een onverwarmde en onbewoonde zolder, wordt als een ‘geïsoleerd dak’ beschouwd.

Er wordt gequoteerd als blijkt dat er geen of onvoldoende dakisolatie aanwezig is. De aanwezigheid dient door de eigenaar aangetoond te worden:

  • door een Energieprestatiecertificaat (EPC) voor te leggen dat vermeldt dat de R-waarde van de dakisolatie niet lager is dan 0,75 m2K/W;
  • door effectief (visueel) te tonen dat voldoende isolatiedikte (minstens 3 cm) in het dak aanwezig is;
  • door het voorleggen van facturen of een verslag van een deskundige, maar deze moeten gestaafd zijn door duidelijke foto’s die onomstotelijk aantonen dat de vereiste isolatie in het dak aanwezig is.

Wanneer een EPC voorhanden is dat een energiescore vermeldt die lager is dan onderstaande grenswaarden, kan niet gequoteerd worden voor het ontbreken van de vereiste dakisolatie:

  • 600 kWh/m² voor een open bebouwing
  • 550 kWh/m² voor een halfopen bebouwing
  • 450 kWh/m² voor een gesloten bebouwing
  • 400 kWh/m² voor een appartement

Quotering gebreken

Indien de woning niet beschikt over de vereiste dakisolatie, of indien de aanwezigheid ervan niet kan worden aangetoond, wordt een gebrek van categorie I toegekend als het daken betreft van 16 m² of kleiner; indien de dakoppervlakte die in gebreke blijft groter is dan 16 m², wordt een gebrek van categorie II toegekend. Daken kleiner dan 2 m² worden buiten beschouwing gelaten.

Let op: Bij appartementen wordt geen onderscheid gemaakt tussen deze die direct onder een dak gelegen zijn en deze waarboven zich een ander appartement bevindt. Het ontbreken van de vereiste dakisolatie in een appartementsgebouw (bv. in de gemeenschappelijke delen) kan dus ook leiden tot het toekennen van een gebrek aan een appartement dat niet onder het dak gelegen is (tenzij dit appartement over een EPC beschikt met een energiescore die niet hoger is dan de grenswaarde).

De dubbelglasnorm

Te beoordelen elementen

Vanaf 2020 moet je rekening houden met de ‘dubbelglasnorm’: zoveel mogelijk ramen in de woning moeten over dubbel glas beschikken. Tegen 2023 moeten alle woningen in Vlaanderen in de woonlokalen en de badkamer van de woning over dubbel glas beschikken. Er worden geen uitzonderingen op de norm voorzien.

Ramen en deuren kunnen nog andere gebreken vertonen dan het ontbreken van dubbel glas. Zie hiervoor 'Functionele ramen en deuren in de woning'.

Er wordt geen maximale isolatiewaarde opgelegd voor dubbel glas. Dit betekent dat dubbele beglazing van de eerste generatie voldoet (bv. dubbele beglazing met een U-waarde  van 2,9 W/m²K voldoet).

Als het onmogelijk is om dubbel glas te plaatsen bijvoorbeeld bij beschermde monumenten, dan kunnen voorzetramen of voorzetbeglazingen een oplossing zijn mits deze dan zelf dubbel glas bevatten.

Quotering gebreken

Als de woning niet beschikt over de vereiste dubbele beglazing in één woonlokaal of in de badkamer, wordt een gebrek van categorie I toegekend.

Als de woning niet beschikt over de vereiste dubbele beglazing in meerdere woonlokalen (of badkamer), wordt een gebrek van categorie II toegekend, waardoor de woning ongeschikt verklaard kan worden.

De energienorm

Van kracht vanaf 2030

Op 1 januari 2030 zal in Vlaanderen de energienorm of labelplicht in werking treden. Elke zelfstandige woning zal vanaf dan over een EPC moeten beschikken met een maximaal label. Na 2030 zal deze vereiste gefaseerd verstrengen, met mijlpalen in 2030, (2035) en 2040.

Te beoordelen elementen

Daarbij is er een onderscheid tussen enerzijds open en halfopen woningen en anderzijds rijhuizen en appartementen. Voor rijwoningen en appartementen is de norm strenger, omdat zij een kleiner warmteverliesoppervlakte hebben.

Op onderstaande tekeningen ziet u welk label tegen wanneer moet behaald worden.

Woningen in open en halfopen bebouwing:


In 2030 moet elke woning in open en halfopen bebouwing energielabel E (of beter) halen. Vanaf 2035 is label D verplicht en vanaf 1 januari 2040 label C.

Rijwoningen en appartementen:


Voor rijwoningen en appartementen zijn er maar twee stappen: label D vanaf 1 januari 2030 en label C vanaf 2035.

Waarom wordt dit nu al vermeld?

De energienorm zal uitwerking krijgen vanaf 1 januari 2030. U heeft dus nog voldoende tijd om ervoor te zorgen dat uw woning tegen dan over het vereiste energielabel beschikt.

Als u nog geen EPC liet opmaken, is dat alvast een logische eerste stap. Doe dit best zo snel mogelijk. Als het EPC niet het vereiste label heeft, zult u immers nog werken moeten (laten) uitvoeren om zo de energieprestatie van uw woning te verbeteren.

Misschien heeft u een EPC voor uw woning? Als het label op dat EPC nu al voldoet en het EPC is in 2030 nog geldig, dan hoeft u tegen die datum niets te doen. Kijk wel na of het label ook aan de verdere verstrenging blijft voldoen. Voldoet het huidige label niet aan de vereisten van de energienorm, dan zullen bepaalde ingrepen noodzakelijk zijn. Na uitvoering heeft u dan een nieuw EPC nodig om aan te tonen dat de woning voldoet.

Laat u dus goed adviseren om de juiste werken uit te voeren aan gebouwschil en technieken. Hou bij beslissingen ook rekening met de energiedoelstelling 2050 van de Vlaamse overheid.

Let tot slot ook op de geldigheidsdatum van het EPC van uw woning. Het EPC mag niet ouder zijn dan 10 jaar.

Quotering (toekomstige) gebreken

Als een woning na 1 januari 2030 niet aan de energienorm voldoet, wordt dat gequoteerd als een gebrek van categorie II (ongeschikt). Een conformiteitsattest kan dan niet afgeleverd worden en zo’n woning mag ook niet meer verhuurd worden.

Vereisten uit andere beleidsdomeinen