Aanwezigheid van een WC, gescheiden van woon/keukenfunctie

Waar gaat het over?

Er is een probleem met de WC wanneer:

• het sanitaire toestel fysiek niet aanwezig is of zodanig beschadigd dat het niet meer bruikbaar is (bv. volledig gebarsten, zodat het lekt);
• het toestel niet aangesloten is op de watertoevoer;
• het toestel niet aangesloten is op de afvoerleiding;
• er geen reukafsluiter aanwezig is;
• het toestel beschadigd is en dagelijks gebruik verhindert;
• de reukafsluiter of de afvoerleiding lekt;
• de toevoerleiding lekt;
• het spoelmechanisme defect is;
• ...

Het toilet dient in een volledig afgescheiden (t.o.v. ruimtes met woon- of keukenfunctie) ruimte geplaatst te zijn en mag niet in contact staan met een kook- of woonfunctie.

Een verluchtingsrooster onderaan de deur wordt aanvaard, op voorwaarde dat er in de ruimte waarin het toilet geplaatst is een rechtstreekse verluchting naar de buitenlucht aanwezig is. Het verluchtingsrooster in de deur werkt dan als doorstroomrooster.

Slecht afsluitende vouwdeuren worden als een onbestaande afscheiding beschouwd.

Hoe verhelpen en door wie?

Doe voor de plaatsing en herstellingen steeds beroep op een professionele loodgieter. Een architect kan advies geven over de meest geschikte plaats van de WC in de woning. Geurhinder kan meestal vermeden worden door het plaatsen van een reukafsluiter of een efficiënte verluchting (zie ook 'Aangenaam binnenklimaat').

Meer informatie

Raadpleeg het Technisch handboek woningkwaliteit. Technische richtlijnen voor een woningkwaliteitsonderzoek van de Vlaamse Overheid.