Indicatie van CO-vergiftiging

Waar over gaat het?

Als verwarmingstoestellen en waterverwarmers:

• niet verbonden zijn met een schouw om de verbrandingsgassen af te voeren;
• slecht geregeld, slecht geïnstalleerd of slecht onderhouden zijn;
• verkeerd gebruikt worden;
• in ruimten zijn opgesteld die te klein zijn of onvoldoende verlucht worden;
• aan een slecht trekkende schouw aangesloten zijn;
• ...

dan is er een risico voor CO-vergiftiging.

Maar zelfs een nieuw verwarmingstoestel of boiler (voor warmwaterproductie) sluit het risico van vergiftiging niet uit: een defect verbindingsstuk, de slechte staat van de schouw of het terugvloeien van de verbrandingsgassen kunnen ook een vergiftiging tot gevolg hebben. Wist u dat een kolenkachel die op halve kracht brandt in een periode waarin de buitentemperatuur opwarmt en er geen wind is - vooral dan in de lente of de herfst - CO kan produceren? Of dat een verplaatsbaar verbrandingstoestel eveneens een bron van kan CO zijn? Wist u dat in onvoldoende verluchte woningen een dampkap er de oorzaak van kan zijn dat een schoorsteen niet meer trekt? Of dat het delen van een luchtkoker een CO-vergiftiging kan veroorzaken bij de onder- of bovenburen?

CO-vergiftiging komt heel vaak voor maar dan vooral wanneer:

• de verbrandingstoestellen de nodige verbrandingslucht rechtstreeks uit het lokaal waarin ze geïnstalleerd zijn nemen (bij zogenaamde ‘open toestellen’ van het type A of B) en deze lokalen niet goed geventileerd worden;
• de verwarmingstoestellen beschadigd, slecht geplaatst of niet goed aangesloten zijn;
• de verbrandingstoestellen de nodige verbrandingslucht rechtstreeks uit het lokaal waarin ze geïnstalleerd zijn nemen (bij zogenaamde ‘open toestellen’ van het type A of B) en deze lokalen niet goed geventileerd worden;
• de schoorsteen niet goed aangesloten is;
• de bovendakse schoorsteen niet ver genoeg boven het dak uitsteekt; de schoorsteen moet minstens 1m boven het dak uitmonden en de uitmonding mag niet worden gehinderd door naburige gebouwen en bomen;
• de verwarmingstoestellen verkeerd gebruikt worden zoals bijvoorbeeld een vijflitergasgeiser voor een douche of bad; een vijflitergasgeiser kan enkel nog voor warmwaterproductie in de keuken;
• de vlam geel is i.p.v. blauw; dit duidt op een slechte verbranding;

• toestellen gevoed door kolen of andere vaste brandstoffen te groot zijn ten opzichte van de te verwarmen ruimte, waardoor een slechte verbranding ontstaat;

• wanneer een dampkap met afzuiging naar buiten is aangesloten op het afvoerkanaal want dat veroorzaakt onderdruk;

• wanneer toestellen die op verschillende brandstoffen werken op hetzelfde rookkanaal aangesloten zijn;

• wanneer de beveiligingsinrichting is uitgeschakeld of onklaar gemaakt;

• het afvoerkanaal buiten de woning niet geïsoleerd is (vooral een probleem bij hoogrendementstoestellen);

• de afvoer een te grote sectie heeft of gedeeltelijk belemmerd is;

• er ernstige barsten, scheuren of beschadigingen zijn aan de schoorsteen;

• ...

Hoe verhelpen en door wie?

Het risico op CO-vergiftiging is het grootst bij koud weer wanneer we alle deuren gesloten houden en de kieren afdekken, of wanneer het iets warmer wordt en de verwarmingstoestellen uitgezet worden waardoor er weinig verluchting is en de verbranding zeer onvolledig gebeurt. Ook bij windstil en stabiel weer wanneer de schouwen minder goed trekken, of omgekeerd bij zeer winderig weer waardoor de verbrandingsgassen terug in de afvoer worden geblazen (vooral bij waterverwarmers die via een buis rechtstreeks naar buiten worden geleid), verhoogt het risico op CO-vergiftiging.

Nog enkele tips:

•  Zorg voor een goede ventilatie. In kleine kamers, en zeker in badkamers waar een waterverwarmer is geïnstalleerd en in kamers die verwarmd worden met een verplaatsbare gas- of petroleumkachel, moeten speciale ventilatieroosters of eventueel zelfs een buisventilator worden voorzien.
• Laat verwarmingstoestellen en waterverwarmers steeds door een erkend installateur aansluiten. Alle toestellen moeten aangesloten worden op een schouw of moeten een rechtstreekse afvoer naar buiten hebben.
• Laat nieuwe gas- en stookinstallaties controleren door een erkend organisme.
• Sluit slechts één apparaat aan per schouw.
• Laat schoorstenen en verwarmingstoestellen 1 keer per jaar nakijken en reinigen.
• Slaap nooit in een kamer waarin een waterverwarmer brandt of waarin een verplaatsbaar verwarmingstoestel op gas of petroleum aan staat.
• Let op met CO-detectoren: ze zijn maar weinig betrouwbaar. U denkt dat u veilig bent maar dat is niet zo.
• Heeft u last van hoofdpijn, onverklaarbare vermoeidheid, enz.? Raadpleeg dan de huisarts. Deze kan via een eenvoudige bloedproef CO-vergiftiging vaststellen of uitsluiten (Bron: gezondheid.be).

Meer informatie

Raadpleeg het Technisch handboek woningkwaliteit. Technische richtlijnen voor een woningkwaliteitsonderzoek van de Vlaamse Overheid.

Raadpleeg de brochure ‘CO-vergiftiging voorkomen’.